Het VSO is eindonderwijs. Dit betekent dat wij onze leerlingen rechtstreeks toeleiden naar een perspectiefvolle vervolgplek. Wij noemen dit “arbeidstoeleiding”. Hiermee bedoelen we een breed aanbod dat verschillende activiteiten betreft die leerlingen krijgen aangeboden tijdens hun VSO-loopbaan. Het succesvol zijn op de vervolgplek is in net zo grote mate afhankelijk van competenties op persoonlijk sociaal gebied als van competenties op kennis en praktische vaardigheden. Al deze zaken worden zo veel mogelijk in “echte” situaties geleerd. Het stagelopen is voor leerlingen hierin een waardevolle ervaring en leersituatie.

Doelen stage:
• In het VSO bereiden de leerlingen zich voor op hun plek in de maatschappij. De leerlingen worden getraind in vaardigheden die ze nodig hebben in hun naschoolse periode op het gebied van werken, wonen en vrije tijd, zodat ze zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren.
• D.m.v. stages komen de leerlingen in contact met de ons omringende samenleving, net als hun leeftijdsgenoten in het regulier vervolgonderwijs. Het sociale aspect is hierbij van groot belang: omgangsvormen, het maken en nakomen van afspraken, samenwerken, een gesprekje voeren, samen pauzeren, omgaan met opdrachten enz.
Onderliggende doelstelling van alle stages, zowel intern als extern, is: praktisch leren in betekenisvolle situaties.
• Stages bieden realistische, levensechte leer- en werkomgevingen. De leerling ontwikkelt vaardigheden, kennis- en houdingsaspecten aan de hand van stageopdrachten, geënt op beroepstaken of op de taken die op de werkplek worden uitgevoerd.

Het stagetraject (fases)
Er worden op verschillende momenten stages aangeboden. Elke vorm van stage heeft een bepaalde doelstelling.
Het stagetraject op de Piet Bakkerschool biedt daarbij de volgende mogelijkheden:
a) Voorbereiding op stage oefenen binnen het vak Sociale Vaardigheden
b) Begeleide interne stage
c) Interne stage (zo zelfstandig mogelijk)
d) Leren op Locatie
e) Sociale stage (extern) = snuffelstage en arbeidsoriënterende stage
f) Voorbereiding op uitstroomstage (stagelessen en excursies)
g) Externe stage gericht op uitstroom = plaatsingsstage

De stages worden aangeboden in de 3 fases waarin het VSO-traject is ingedeeld. Het werken in deze fases beoogt een naadloze overgang van school naar de naschoolse periode.

Jaar Fase Stagevorm
 1   I  Stage voorbereiding
 2  Begeleide interne stage
 3   II  Interne stage + stagegeschiktheid + arbeidsinteresse + sectorkeus
 4  LOL-stage
 5   III  Sociale stage
 6  Uitstroomstage, Plaatsingsstage

Tijdens de OPP-besprekingen en mentorgesprekken wordt besproken hoe het stagetraject voor een bepaalde leerling eruit zal zien. Voor de leerlingen van de basisgroepen bekijken we of de interne stage groepsdoorbrekend kan of niet. Ook kijken we in deze groep of de sociale stage zinvol en mogelijk is. Hieronder een overzicht van de verschillende stagetrajecten op de Piet Bakkerschool:

VSO fase 1 Leeftijd 12-14 jaar
De leerlingen oriënteren zich binnen de interne stage. Doel is om leerlingen voor te bereiden op het zelfstandig kunnen uitvoeren van een taak.

VSO fase 2 Leeftijd 14-16 jaar
De interne stage wordt uitgebreid en er wordt meer zelfstandigheid van de leerling verwacht. Doel: langdurig een taak uitvoeren zonder de directe begeleiding van de leerkracht.
Ook wordt er gestart met de LOL-stages (Leren op Locatie).
Een groepje leerlingen gaat onder begeleiding vanuit school een dagdeel aan de slag in een reële werkomgeving. Dit is geen toekomstige werkplek; de stage is bedoeld om werkervaring op te doen. Wel zoeken wij hiervoor stageplekken binnen de sectoren:
– Techniek
– Zorg en welzijn
– Economie
– Land- en tuinbouw

VSO fase 3 Leeftijd 16-17 jaar
De leerlingen gaan één dagdeel per week op sociale stage bij een bedrijf, op een school of in een gezin. De begeleiding is aanvankelijk intensief, maar na verloop van tijd is er sprake van zo groot mogelijke zelfstandigheid. Wel werkt de stagiaire altijd samen met de stageverlener.

VSO fase 3 Uitstroomstage Leeftijd 17-18 jaar
In deze fase gaan de leerlingen beginnen aan een stagetraject dat naar werk/arbeid leidt. De stageplaatsen zijn dan ook toekomstige werkplekken in de sociale werkvoorziening, dagbesteding of vrije bedrijf. De uitstroom is afhankelijk van het niveau van de leerling. Dit wordt van tevoren vastgelegd door de leerkracht, orthopedagoge en IB.